Rabies

Hondsdolheid: Synoniem voor hondsdolheid is rabiës. Het is een acute infectieziekte, veroorzaakt door een virus dat op de mens kan worden overgebracht door de beet van een geïnfecteerd dier. De ziekte geeft klachten van het centrale zenuwstelsel, zoals hoofdpijn, prikkelbaarheid en angst, en leidt, als zij niet wordt behandeld, na enkele dagen tot ondraaglijke krampen en uiteindelijk tot de dood.

Laten we meteen de gordijnen openslaan en de olifant in de kamer begroeten: hondsdolheid, dat is geen onderwerp voor mietjes en doetjes. Ook watjes kunnen maar beter gaan zitten bibberen in een hoekje. Dit gaat over de boksmatch van het dierenrijk, The Rumble in the Jungle. De natuur haar eigen versie van een horrorfilm “Rabiës: Ravages van Razernij”. Dit is de real deal, dames en heren, en het is een dodelijk drama dat zich afspeelt in de coulissen van het dierenrijk.

Stel je voor: een lieve, schattige viervoeter verandert van het ene moment op het andere in een furieuze gek. Het is als die ene vriend die na een paar biertjes compleet transformeert van een joviale kletskous in een schreeuwende politiek analist. Hondsdolheid is de ultieme metamorfose, maar dan van een trouwe hond in een angstaanjagende zombie.

Gebeten door een dolle hond veranderen zelfs wij, de vermeende heersers van deze aardkloot, in een soort weerwolf van de moderne tijd, besmet met een ziekte die onze redelijkheid en gezond verstand opvreet als een hongerige termiet in een houten blokhut.

En dan heb je de symptomen. Oh, de symptomen! Alsof de getroffenen worden bezeten door de geest van een woeste heavy metal-zanger die te veel cafeïne heeft gedronken. Overmatig kwijlen, verlammende angst voor water, en agressie die zelfs Mike Tyson zou doen blozen, een surrealistische trip zonder kaartjesverkoop.

Maar laten we niet vergeten dat hondsdolheid, ondanks zijn enge en soms bijna komische symptomen, een serieuze zaak is. Net zoals die rare oom op familiebijeenkomsten die altijd in een clownspak rondloopt grappig, maar je wilt wel uit de buurt blijven. Gelukkig zijn we in de moderne wereld niet helemaal machteloos. Vaccinaties en preventieve maatregelen zijn als het zwaard van Damocles dat boven het hoofd van deze ziekte hangt.

Dus, beste lezer, onthoud dit: hondsdolheid mag dan wel klinken als het script voor een slechte B-film, maar het is een dodelijke realiteit voor velen. Laten we onze harige vrienden beschermen door verantwoordelijke eigenaars te zijn en op de hoogte te blijven van de juiste voorzorgsmaatregelen.

En wil je een sneakpreview hoe een dolle hond zich gedraagt? Teken in op onderstaande fotoserie. Eigenaars van Rhodesian Ridgeback herkennen zich er vast in. Tijden de puberteit zijn zij de punkers uit de hondenwereld, zeg maar dino’s op speed. Als ze spelen gedragen ze zich als een baldadige Tyrannosaurus rexen die dronken iedereen in het café uitdagen om een rondje te knokken. Achter hun elegante façade schuilt een vuur dat smeult, klaar om op te laaien in een episch gevecht tussen de koningen en koninginnen van het hondenrijk.

Het begint met een waarschuwende grom, een trilling die de lucht doet beven en de bladeren doet ritselen alsof de natuur zelf hulde brengt aan deze titanenstrijd. De tanden worden ontbloot, glinsterend in het zonlicht als messen gesmeed in de smidse van de natuur. Ze cirkelen om elkaar heen als rivaliserende gladiatoren, klaar om te zien wie het recht heeft om de tijgerprint troon te bestijgen.

En dan, zonder waarschuwing, barst het gevecht los. Een explosie van spieren en energie, van tanden die elkaar ontmoeten als het lot dat in een kaartspel wordt bepaald. De grond trilt onder hun kracht, en de omstanders houden hun adem in terwijl deze Ridgebacks elkaar uitdagen in een duel dat enkel te vergelijken is met de woordenoorlog tussen rivaliserende bloggers.

Ze bijten, grommen en worstelen als demonen in een wervelende dans van agressie en vastberadenheid. De ‘ridge’ op hun ruggen lijkt als een opgeheven zwaard dat de wereld uitdaagt om te getuigen van hun strijd. En terwijl ze vechten, lijkt de tijd stil te staan, alsof het universum zelf wacht op het moment waarop één van hen zal zegevieren en de titel van Alpha Ridgeback zal opeisen.

Maar, zoals in elk episch verhaal, moet er uiteindelijk een einde komen aan het gevecht. Uitgeput en met blikken die geladen zijn met respect voor elkaars moed, trekken de Ridgebacks zich terug. Ze passeren je hijgend met hun arrogante blik. Nu leggen zij hun gracieus neer en beginnen aan een dutje dat zo’n 24 uur per dag duurt, enkel onderbroken wanneer zij het bijvullen van hun eetbak horen, er gekookt wordt in de keuken of er een stuk kaas uit de ijskast wordt gehaald. Rhodesian Ridgebacks, een ras apart.

¡Hasta la Victoria Siempre!

El Tjé

Balorige pubers en RR’s één front …

I wanna be your dog …

Hondstrouw: [heel erg trouw; buitengewoon trouw; uitermate trouw]

Ach, de honden! Die trouwe viervoeters die hun kaken in je sokken vastbijten alsof het de laatste stukjes ham zijn op aarde. En dan heb je nog die andere soort van honden, de mensen, die beweren hondstrouw te zijn, maar waarvan je je soms afvraagt of ze überhaupt een beenderenstukje trouw in hun hele lijf hebben zitten. Lieve lezers, ik wil het hier even hebben over dat fenomeen waar iedereen zo hoog mee oploopt: hondstrouw.

Je kent het wel, die beelden van honden die hun baasjes volgen alsof ze door de hel en terug zouden gaan om hun aai over de bol te krijgen. Wat een hoopje onvoorwaardelijke liefde! Maar laten we eerlijk zijn, als diezelfde hond een stukje spek aan de horizon ziet, dan is die zogenaamde trouw ver te zoeken. Weg zijn ze, met die trouwe staart tussen de benen. Als je erover nadenkt, lijkt die zogenaamde hondstrouw soms verdomd veel op onze eigen menselijke wispelturigheid.

En laten we het dan eens hebben over die menselijke honden, die ook beweren trouw te zijn. Ze zweren dat ze je door dik en dun zullen steunen, maar zodra er een knappe kerel of een mooie dame voorbijloopt, zijn ze plotseling vergeten wie je bent. Ze likken je gezicht misschien niet letterlijk af, maar je voelt je wel behoorlijk bij de neus genomen. En eerlijk gezegd, soms lijkt die zogenaamde hondstrouw net zo bedrieglijk als een goedkope fles wijn die beweert een grand cru te zijn.

Maar laten we niet te cynisch worden, beste lezers. Misschien is hondstrouw gewoon een complexe cocktail van instinct, emoties en omstandigheden. Misschien moeten we niet te hard oordelen over die honden die een zwak hebben voor sappige botten, of die mensen die af en toe zwichten voor verleidingen. Misschien moeten we gewoon proberen te begrijpen dat trouw niet altijd zwart-wit is, en dat we allemaal wel eens struikelen op het pad van loyaliteit.

Dus laten we onze viervoetige vrienden niet te snel veroordelen en laten we die menselijke honden een beetje ruimte geven om te falen. Misschien is hondstrouw wel net zo veel een mythe als een sprookje over pratende wolven. Maar weet je, zelfs als die trouw soms ver te zoeken lijkt, blijft er toch iets moois hangen aan de gedachte dat we, hoe onvolmaakt ook, allemaal ergens diep vanbinnen een beetje hondstrouw in ons hebben zitten. Of misschien is dat gewoon de romantische kant van mijn cynische ziel die aan het woord is. Wie zal het zeggen?

Sommigen worden nooit oud … ‘I’m so messed up, I want you here’

Tot blafs! Woef …

Tjerri

Doggo …

Stel je hebt niets omhanden. Stel je neemt een extra huisdier in – euh – huis. Nu we deze twee zekerheden kennen, wat is de onzekere uitkomst in deze?

Antwoord: een heleboel omhanden en geen tijd meer om je blog te onderhouden.

Wordt het een nieuwe start, een pathetische poging om het op de zandbank gelopen schip weer vlot te trekken? Wie zal het zeggen? Vandaag de kop eraf.
Hic et nunc. Panem et circenses.

Komt ie: driemaal een foto van een mannelijke Pronkrug, Rifrug, Rhodesian Ridgeback, Löwenhund, Chien de Rhodesie à crête dorsal. Mochten jullie nog andere vertalingen in de mouw zitten hebben, dan hoor ik het – zeer – graag. Jullie kennen de drill wel vermoed ik. Fotootje aanklikken en ‘behold!’ een groter exemplaar komt gratis en voor niks tevoorschijn. 

Een bruggetje? Iedereen kent het beeld wel van de hond die de auto achterna rent. Enjoy!

Tot in den draai!

Tjerri

Oorwurm …

Toen ik mijn laatste blogje schreef over de US of A bleef ‘White Rabbit’ van Jefferson Airplane maar nazinderen. Niet … uit … mijn … hoofd … te … krijgen. Unheimisch. Om een of andere reden behandelde ik de klacht alsof het een wondje was. Er kwam een korstje op en ik krabte het er gelijk terug af. En alsof dit nog niet vervelend genoeg was ontdekte ik de versie van ‘Pink’ die ze maakte bij het in première gaan van de film ‘Alice in Wonderland’. Ondertussen draaide mijn brein overuren om te achterhalen wat er aan de basis lag van dit auditief masochisme. Tot ik verkrampte en ik vertwijfeld ‘Paul Kalkbrenner’ & ‘White Rabbit’ typte in het opzoekveld van een gekende zoekmachine. Verbijsterd las ik dat ‘Feed Your Head’ op het album ‘7’ stond. Een remix van het originele ‘White Rabbit’. Vandaar dus en shame on me omdat mijn muntje nooit was gevallen. Op zijn live optreden op Tommorowland was dit zonder twijfel een absoluut hoogtepunt èn het schoot me plots te binnen dat ik me op dit nummer onmogelijk stil kon en kan houden. Geen zicht trouwens. Mijn dansmoves maken wel indruk maar om de verkeerde redenen. Iemand die me niet kent zou me kunnen beschrijven als een voortschrijdende Parkinson patiënt aan dek van een schip dat dwars op de golven ligt bij windkracht 10.

Een ongeluk komt nooit alleen en ik realiseerde me dat ik een ticket had gekocht voor het uitverkochte optreden van Paul Kalkbrenner afgelopen zaterdag in Vorst Nationaal. Onnodig nog verder uit te weiden over het resultaat. Nu is het helemaal naar de spreekwoordelijke filistijnen. Het deuntje zit vrees ik voor altijd vast gekluisterd in mijn hoofd. Feed your head dus …

De foto hieronder is een van de eerste foto’s die ik ooit nam met de Fuji X-Pro2. Nummer 195 om helemaal correct te zijn. Ik nam hem mee voor een testrit naar … Tommorowland. Enjoy!

Het bruggetje? Niet twijfelen. Paul op zijn best en als bonus krijg je er de dansmoves van Florian erbij. Alsof je mij zaterdag bezig zag … Préparez vos mouchoirs!

Tsjauw!

Tjerri

USA road trip – San Francisco (3) – The End …

Aan alle mooie verhalen komt een einde, dus ook aan dit. Laatste dag en nog zoveel te doen, te bezoeken, te bekijken, te besnuffelen, te horen, te …  En toch, tè is nooit goed. Thee daarentegen, of koffie zo u wil, kan er altijd in ’s ochtends. Na het lichtbruine aftreksel te hebben naar binnen geklokt in een typische eettent – zo eentje waar de dienster altijd je koffie komt bijvullen – reden we naar een van de meest gekende plaatsen in San Francisco: Lombard Street. Je kent de buurt uit een van de zovele achtervolgingsscènes die er ooit zijn gedraaid. De romantische dromers komen er aan hun trekken aan het einde van Lombard Street of vanaf Hyde street zo u wil, daar waar de tuintjes deel uitmaken van de straat. Ik was best onder de indruk van de steilte. Spannend om je wagen daar te parkeren. Dit mag je trouwens enkel in dwarsrichting. Je wil niet dromen wat er gebeurt als je handrem het laat afweten. Via Joe Di Maggio Playground ging het naar Coit Tower alwaar je een mooi zicht hebt op de ingang van de baai. Je kan er Alcatraz zien, Treasure Island en ook dè tourist trap of all: Fisherman’s Wharf. Waar we uiteraard ver van weg bleven. Een lokale gids is altijd handig meegenomen en zo troonde Mr. J. ons mee naar het Alamo Square Park (die huizen!) om halt te houden in de meest tot de verbeelding sprekende buurt van San Francisco: Ashbury Haight. De plaats waar de summer of love van 1967 voor de doorbraak van de hippiebeweging zorgde en homeground van de Grateful Dead, Jefferson Airplane en Janis Joplin. En oh boy, het hippie virus houdt er nog altijd huis. Er lopen figuren rond die zo zijn weggeplukt van op de wei van Woodstock. Je verwacht elk moment dat een Jimmy Hendrickx lookalike zijn gitaar in de fik steekt. De walm van weed in de hoofdstraat is voldoende om elke drugshond spontaan een epilepsie aanval te doen krijgen. En terwijl de vier dames hun koopgedrag maar niet onder controle krijgen in de locale thrift shop, hang ik aan de bar in een bruine kroeg en aan de lippen van Mr. J. die mij in geuren en kleuren het verhaal van de summer of love uit de doeken doet. Op de achtergrond bromt Jim Morrison iets over het einde.

We gaan verder doorheen het Golden Gate Park naar de Great Highway om zo naar het Cliff House te rijden. Moet je zeker eens naartoe gaan om iets kleins te bikken en met een biertje weg te spoelen. Er hangt nog steeds de sfeer van de gouden jaren van de Sutro baden. De overblijfselen van deze Sutro Baths, die verloren gingen tijdens een alles verwoestende brand in 1966, zijn een verwijzing naar het rijke verleden van deze stad. En terwijl we de schepen in en uit de baai onder de Golden Gate door zien varen groeit het besef dat het afscheid imminent is. Morgen vliegt de grote zilveren vogel ons terug naar de Zennevallei, terug naar ons lief wit konijntje.

’s Avonds neemt Mr. J. me nog mee naar een jamsessie van een opkomend bandje en waarvan de leden op hem rekenen om hun muziek extra te kruiden. Wat hij daar uit zijn sax tovert is te gek voor woorden. Niet te verwonderen dat die man er al zo’n carrière heeft opzitten. Jammer dat ik niet naar zijn optreden kan de volgende avond. Mrs. Z. zal noodgedwongen de honneurs moeten waarnemen.

Een onrustige nacht is mijn deel en ’s ochtends gaan we voor de laatste maal samen naar de Hairy Armpit Market. Na de traantjes, de eindeloze knuffels en een laatste blik op Mrs. C., Mr. J. en jawel Mrs. Z. – ze blijft nog een tweetal weken ginder alvorens terug te keren – is het nu kunst om het verstand op nul te zetten en de rit uit te zitten. De jetlag nemen we er maar bij. San Francisco, het was me een eer en genoegen. Mrs. C., Mr. M. en Mr. J., the honour, the pleasure, the privilege was ours. Thank you …

Het bruggetje? Wij vlogen terug met de ‘airplane’ dromend van de ‘Summer of love’ en ons ‘wit konijntje’ …

Tsjauw!

Tjerri

USA road trip – San Francisco (2) …

Ochtendstond heeft goud in de mond. U weet wel. Mijn huisgenoten daarentegen … Dus ietsiepietsie later dan voorzien trokken we ons wandeloutfit aan en kropen we in de 4 x 4 van onze gastheer en -vrouw. Op het menu: de parken en heuvels noordelijk van San Francisco, een must see en garantie op unieke vergezichten en niet alledaagse blikken op de oceaan en de stad. Wij dus op weg, via het beruchte stadje Fairfax de bergen in. Fairfax alleen al is de moeite waard om doorheen te rijden. Home of the hippies, enige stad in de USA waar de groenen (Green Party) het bestuur uitmaken. Er werd begot ooit een baseball wedstrijd gespeeld tussen de Greatful Dead en Jefferson Airplane. Kun je nagaan. De locale supermarkt wordt door mijn gastheer steevast aangeduid als de ‘The Hairy Armpit Market’. De huizen van de gegoede hippies mogen er alvast wezen. Nou moe. Langsheen de, laten we het eufemistisch stellen, poepchique golfterrein Meadow Club belanden we aan het Alpine Lake en Cataract Trailhead. Vandaar gaat het naar het Cushing Memorial Amphitheater om een paar mijl verder ons doel te bereiken: Mount Tamalpais East Peak. Na een best stevige klim te voet bereiken we daar de uitkijkpost van de brandweer. Het ongelooflijke uitzicht krijgen we er gratis en voor niets bij. Je kan geheel San Francisco overschouwen, de oceaan, de pure natuur … Je had er bij moeten zijn.

Op de terugweg wordt het nog even spannend als de honden wagenziek beginnen te worden maar mits het regelmatig inlassen van de nodige stops redden we het zonder dat onze viervoeters over hun nek gaan. De regelmatige haltes kunnen ons ten zeerste bekoren omdat de terugweg verloopt via Panoramic Highway. De naam zegt het zelf. Iedereen dus blij. ’s Avonds nog effe de benen onder een tafel in de meer dan fancy Buckeye Restaurant in Sausalito (die valet service blijft me verbazen) ter ere van de verjaardag van Mr. M. en dan terug naar de vertrouwde stek. Voor de anekdote: we aten op een steenworp van de plaats waar Otis Redding woonde op zijn woonboot en zijn wereldberoemde Sittin’ On The Dock Of The Bay schreef.

Het obligate bruggetje hoeft geen uitleg …

Baai, baai, koeievlaai!

Tjerri

USA road trip – San Francisco (1) …

Ah, San Francisco, of meer specifieker San Anselmo. De cirkel is rond en zo is ook onze trip, a round trip dus. We hadden gelukkig nog een paar dagen extra in San Francisco en wilden er nog alles uitpersen wat er uit te persen was. En wat doet een Amerikaan als ie een momentje vrij heeft? U daar? U heeft gelijk, mogelijkheden legio en wij stonden voor een verscheurende keuze. Eén activiteit stond op mijn bucket list en het moment was gekomen om er een vinkje naast te zetten: baseball park! Typisch iets Amerikaans en uiteraard ook op zijn Amerikaans georganiseerd. Waar wij Europeanen niet verder komen dan een golfstokje huren en een balletje voortjagen over een betonnen parcours, kan je daar met een bat en een handvol jetons letterlijk aan de slag. Iets voor mensen met te veel agressie en of energie in het lijf. Werkt louterend. Geloof me maar.

Nadat ik de tegenstanders op een hoopje had gespeeld – of wat had u gedacht? – ging het richting opnamestudio van Huey Lewis and the News. Ha! Die had je niet zien komen. HLN, niet de on-line krant, beviel in de jaren tachtig van een paar oorwurmen. De muziek die op de soundtrack van de box office films Back to the future en American Psycho stond heeft de tand des tijds doorstaan. Hun studio dus. De enige echte Johnny C. leidde er ons rond en nadat ik de nodige drumsolo’s had geroffeld was het alweer tijd om een stukje te eten, de honden uit te laten en ons hoofd neer te vleien in afwachting van alweer een mooie dag.

Voor wat betreft de Fuji kan ik kort zijn: gebruik ‘em niet voor actiefoto’s. Echt niet.

Het bruggetje? Wat had je gedacht …

Tot in den draai …

Tjerri

USA road trip – Pacific Grove – San Francisco …

Final destination San Francisco. Kommaneukers mogen opwerpen dat het San Anselmo is.  Voor de getormenteerde geesten onder ons en andere perverts: het betreft hier geen seksuele handelingen met leestekens. San Anselmo is voor San Francisco wat Knokke voor Brugge is of Zandvoort voor Amsterdam. Je snapt het wel.

Terwijl ik dit eigenste stukje neerpen denk ik aan de menselijke ellende die in Californië momenteel heerst. Zo heb ik met stijgend ongeloof gekeken naar de ongeziene infernos. Hoe Hill Fire met een ongezien geweld huishoudt aan Hwy. 101, waar we amper een paar maand geleden nog chill cruisden, en hoe Camp Fire de hele gemeenschap van Paradise in de as legt. Tientallen doden op amper 30 km – in vogelvlucht – van de plaats waar onze reis begon … Als er een God bestaat is hij zeker niet bij de les.

Vanuit Pacific Grove volgen we de National 1 langsheen de kust naar het noorden. Grillige rotsformaties tonen ons de weg en we stoppen bij Pigeon Point om er kennis te maken met een pelikaan. (sic)
Effe verpozen bij het zien van dolfijnen en zeehonden, high five aan onze peli en de laatste kilometers, of in dit geval miles, alvorens we de befaamde Gouden Poort Brug zouden moeten zien opduiken. De instructies van Mr. J. zijn duidelijk, het uitvoeren ervan vlot wat minder. Rijd tot aan de Cliff House en dan vind je het wel. Not. We raken op de dool en zetten ten einde raad de GPS maar terug aan. Blijkt dat we het beroemde Cliff House domweg voorbij gereden zijn. Een kniesoor die het zich aantrekt. Na de obligate foto’s van de Golden Gate Britsj rijden we door naar San Anselmo om in de warme armen te vallen van ons gastgezin. Een droge snik ontsnapt aan mijn keel. Uit de hoek van mijn ogen zie ik lachende gezichten met vochtige ogen.  Opgelaten hondjes springen als gek op en neer. Eentje vindt in mij de perfecte speelkameraad en legt keer op keer zijn balletje aan mijn voeten. Een biologisch perpetuum mobile spelletje ontwikkelt zich. Ik gooi het balletje. Hij brengt het terug. En opnieuw, en opnieuw …

Een bed wenkt. Morgen gaan we sporten. We kunnen amper wachten. De hond ook niet. Een natte neus die er me op attendeert dat het balletje moet worden gegooid.

Ze britsj? I know that we’ll have a ball if we get down and go out and just lose it all …

Mazzeltov!

Tjerri

 

USA road trip – Pismo Beach – Pacific Grove (2) …

Naast Pacific Grove ligt Monterey. Moet je gezien hebben. Ooit de parel van de visindustrie aan de Westkust, herbergt het nu één van de mooiste aquaria en waan je je in een openluchtmuseum als je Cannery Row afwandelt. Rinkelt er een belletje? Kan, want ‘Cannery Row’ is van de hand van John Steinbeck en geldt als een klassieker in de Amerikaanse litteratuur.

Het Monterey Bay Aquarium moesten we bezoeken aldus Mr. J. uit SF. Wie zijn wij om hem tegen te spreken. Niet te beroerd om onze kennis bij te spijkeren stonden we dus te drummen om een ticketje te bemachtigen aan de ingang van het aquarium. Na een paar boze blikken lieten we het drumstel en de drumsticks voor wat ze waren en haalde ik zoals iedereen een kredietkaart boven. Kostte me een kleine 200 $ maar ze waren wel besteed. Als je er toevallig bent, ga gerust eens langs, je zal het je niet berouwen.

Met een bezwaard gemoed kroop ik dan achter het stuur om de rit naar San Francisco aan te vatten. Op mijn GPS gaf ik San Anselmo in en terwijl een blikken stem mij de eerste richtlijn meegaf, vertroebelde mijn blik. Het einde was nu ècht heel dicht bij. Snik …

Het bruggetje? We persen er nog eens alles uit. Een – bijna- vergeten klassieker. Na de jellyfish is het woord aan Jello Biafra. Punk is not dead! …

Tsjauw!

Tjerri

 

USA road trip – Pismo Beach – Pacific Grove (1) …

De lokroep van het noorden wordt sterker en we hijsen ons in de wagen om er nog zo’n 300 km tegenaan te gooien. Iedereen heeft er zin in en op een bepaald moment vrees ik zelfs dat mijn reisgezellen ‘Hoog op de gele wagen’ zullen aanheffen. De zilte geur en aanblik van de oceaan heeft een bijzonder effect op de psyche. De weg naar Pacific Grove slingert langsheen de Westkust en doet je tijdens sommige tussenstops naar adem happen. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees die parkings.

Pacific Grove dus. Geen kattenpis. Zelfs niet naar Amerikaanse normen. Het ligt op een zuidelijke boogscheut van San Francisco, vlak aan de oceaan en is aan 3 zijden omgeven door water. Waarschuwing: die mannen hebben goed gekeken hoe de indianen – oeps, Native Americans – met een boog overweg kunnen. Ze schieten ginder héél ver èn hun boogschutter lengtematen zijn niet te vergelijken met onze steenworp afstanden. Zoiets als mijlen vergelijken met kilometers. Maar dan anders.

Het stadje is bekend om zijn grote diversiteit en kwantiteit aan vlinders maar evengoed wereldberoemd omwille van ‘Pebble Beach’. Als je denkt aan een of andere zandbak met wulpse surfbabes, think again. Doorheen Pebble Beach loopt ’17 Mile Drive’. Een straatje met een ongemeen hoog m’as-tu-vu gehalte. Mocht de straat voorkomen op een Monopoly spel, het zou net naast ‘start’ liggen. Rechts ervan wel te verstaan. Er dient wel zo’n 10$ opgehoest te worden om er door te rijden maar het is het dubbel en dik waard. Je rijdt langsheen de oceaan tussen de golf courts door terwijl je je kan vergapen aan de optrekjes van de Rich & Famous. De meesten wel verstopt achter groen maar hier en daar verstopt het loof niet alles. Naar het schijnt is de golf court de mooiste ter wereld. Ik wil het best geloven.

Ze britsj? De ultieme California song. I’m pickin’ up good vibrations …

Baai, baai, koeievlaai!

Tjerri