USA road trip – Pacific Grove – San Francisco …

Final destination San Francisco. Kommaneukers mogen opwerpen dat het San Anselmo is.  Voor de getormenteerde geesten onder ons en andere perverts: het betreft hier geen seksuele handelingen met leestekens. San Anselmo is voor San Francisco wat Knokke voor Brugge is of Zandvoort voor Amsterdam. Je snapt het wel.

Terwijl ik dit eigenste stukje neerpen denk ik aan de menselijke ellende die in Californië momenteel heerst. Zo heb ik met stijgend ongeloof gekeken naar de ongeziene infernos. Hoe Hill Fire met een ongezien geweld huishoudt aan Hwy. 101, waar we amper een paar maand geleden nog chill cruisden, en hoe Camp Fire de hele gemeenschap van Paradise in de as legt. Tientallen doden op amper 30 km – in vogelvlucht – van de plaats waar onze reis begon … Als er een God bestaat is hij zeker niet bij de les.

Vanuit Pacific Grove volgen we de National 1 langsheen de kust naar het noorden. Grillige rotsformaties tonen ons de weg en we stoppen bij Pigeon Point om er kennis te maken met een pelikaan. (sic)
Effe verpozen bij het zien van dolfijnen en zeehonden, high five aan onze peli en de laatste kilometers, of in dit geval miles, alvorens we de befaamde Gouden Poort Brug zouden moeten zien opduiken. De instructies van Mr. J. zijn duidelijk, het uitvoeren ervan vlot wat minder. Rijd tot aan de Cliff House en dan vind je het wel. Not. We raken op de dool en zetten ten einde raad de GPS maar terug aan. Blijkt dat we het beroemde Cliff House domweg voorbij gereden zijn. Een kniesoor die het zich aantrekt. Na de obligate foto’s van de Golden Gate Britsj rijden we door naar San Anselmo om in de warme armen te vallen van ons gastgezin. Een droge snik ontsnapt aan mijn keel. Uit de hoek van mijn ogen zie ik lachende gezichten met vochtige ogen.  Opgelaten hondjes springen als gek op en neer. Eentje vindt in mij de perfecte speelkameraad en legt keer op keer zijn balletje aan mijn voeten. Een biologisch perpetuum mobile spelletje ontwikkelt zich. Ik gooi het balletje. Hij brengt het terug. En opnieuw, en opnieuw …

Een bed wenkt. Morgen gaan we sporten. We kunnen amper wachten. De hond ook niet. Een natte neus die er me op attendeert dat het balletje moet worden gegooid.

Ze britsj? I know that we’ll have a ball if we get down and go out and just lose it all …

Mazzeltov!

Tjerri